Klimaatverandering en aardappelen?

Wat weten we?

We stelden de vraag aan Emanuel Van den Broeke.

De uitdagingen die de landbouwsector ontmoet, zijn alsmaar talrijker en complexer: klimaatverandering, politieke druk om het gebruik van fytosanitaire producten te vermijden, moeilijke aanvoer van aardappelplanten dit jaar … Samen met de aardappelverwerkende bedrijven moeten de landbouwers daarom alternatieven vinden om op een kwalitatieve, duurzame en rendabele manier te blijven produceren.

Het klimaat kent alsmaar meer extremen met periodes tijdens de groei van de aardappel dieveel warmer en veel droger zijn. Meer extremen ook. We zien dat de records die wordengebroken, steeds dezelfde richting uitgaan: de warmste zomer, de droogste maand, deheetste dag … Niet enkel in België, maar overal in Europa. Dit fenomeen van droge periodesis soms zelfs tamelijk streekgebonden. In het gebied van West-Vlaanderen tot Frankrijk heeftde droogte de meeste impact gehad, terwijl het centrum en het zuiden van het land meergeluk hadden.

Dit jaar waren de rendementen veelbelovend, maar het regenachtige weer zorgde voor een moeilijk einde van het seizoen. Het oogsten duurde daarom soms tot in december. Uiteindelijk kan er deze lente niets meer worden geoogst, want in de niet-geoogste velden zijn er vrijwel geen knollen meer te vinden. De start van het nieuwe seizoen lijkt net zo moeilijk te worden. Opnieuw is er frequente regenval waardoor het planten van de vroege aardappelen vertraging oploopt.

Hierdoor moeten onze landbouwpraktijken mee-evolueren ...

Het is de taak van elke landbouwer om zich hiervoor in te zetten, maar we zien dat het vaakde politiek is die ons zegt wat we wel en niet mogen doen. Alles begint met de bemestingvan de verschillende teelten: er wordt een verlaging opgelegd van de hoeveelheid stikstof diewe mogen toepassen. Dat wil zeggen: minder drijfmest en minder kunstmest. Dat kan ookeen impact hebben op de groei van de plant en op het rendement van onze aardappelen.Maar minder mest, minder stikstof in de grond betekent wel een lager risico op vervuiling vanhet grondwater.

Hoe vinden we dan een goed evenwicht?

De politiek wil dat er voor de winter zoveel mogelijk teelten worden aangeplant om de velden te dekken. Dat er gewerkt wordt met groenbemesting, met sensoren voor stikstofresten. Na de winter neemt de grond deze vegetatie op, waarna die haar voedingsstoffen teruggeeft aan de nieuwe teelt in groei. Hiervoor moet er gezaaid worden op een moment waarop die vegetatie nog zal groeien, voor 1 oktober dus. En dat is op dit moment compleet onverenigbaar met de aardappelteelt.

Onze aardappelen rooien voor 1 oktober is gewoonweg onmogelijk. Er wordt steeds later geoogst, doordat er steeds latere aardappelvariëteiten worden geplant. Ook vanwege het weer, zoals de oogst van 2023 liet zien.

Ons bedrijf kan een belangrijke rol spelen in nieuwe strategieën. De oogst moet van hoge kwaliteit zijn voor het bedrijf én voldoende winstgevend voor de landbouwer. Lutosa kan via haar veldagenten haar leveranciers adviseren over de nieuwe variëteiten die het meest geschikt zijn voor de bodemsoort en over de teeltmethoden die hier het best bij passen.

Hoe moeten we het hoofd bieden aan de droogte die alsmaar vaker optreedt?

We moeten gezonde grond hebben die rijk is aan humus die water kan opnemen envasthouden als het er is en die dus geen korst vormt in drogere periodes. Hiervoor moet degrond correct worden behandeld door regelmatig organisch materiaal (mest …) aan tebrengen, de grond niet te veel te verplaatsen, de grond niet te ploegen ter bescherming vanhet bodemleven. Daarnaast is er teeltrotatie: vermijden om vaak dezelfde teelten te hebben.Bij aardappelen mogen we wettelijk maar één op drie jaren aanplanten. Om het nog beter tedoen, zouden de rotaties nog langer moeten zijn.

Voorzien jullie om andere aardappelsoorten aan te planten?

We blijven nieuwe soorten testen. Robuustere soorten, die geschikter zijn om te groeien in een drogere, warmere en meer stressvolle omgeving mét een beter rendement en een betere kwaliteit.

Op dit moment testen we een nieuwe soort die we aan het voortplanten zijn en waar we al elk jaar mee werken. Die is beter voor het milieu, vraagt minder bemesting, is resistenter tegen meeldauw (dus zijn er minder fytosanitaire behandelingen nodig). Het is een soort die min of meer dezelfde kenmerken heeft als Fontane en die zelfs iets langer is. Dit jaar telen we 7.000 ton en indien de test goed verloopt, kan er een exponentiële groei zijn.

Wat moet onze reactie hierop zijn? Zijn er al dingen veranderd in onze praktijken? Of zullen we zaken moeten veranderen?

We weten dat McCain een netwerk testboerderijen in Frankrijk heeft waar men nieuwe praktijken uitprobeert. Wij bij Lutosa zijn eerder aan het kijken welke praktijken al dan niet gunstig zijn samen met onderzoekscentra (PCA, FIWAP, CARAH).

We zullen ook het voorbeeld van ons moederbedrijf volgen door hun regeneratieve landbouwproject voort te zetten en technische ondersteuning te bieden aan boeren die meer duurzame landbouwmethoden willen invoeren.

En onze landbouwers, wat vinden zij?

Op dit moment is de inflatie hun grootste bezorgdheid. Meststoffen, beschermingsproductenvoor planten, brandstof, elektriciteit (een belangrijke kostenpost voor de bewaring: ventilatie,koelsysteem) … stuk voor stuk zaken die een sterke prijsstijging kennen. Alternatieve teeltenzoals mais, tarwe of suikerbieten zijn opnieuw erg aantrekkelijk geworden. Deze herfst werder meer tarwe gezaaid, omdat de landbouwer zijn toekomstige oogst tegen een interessanteen gegarandeerde prijs kan verkopen. Er worden nu keuzes gemaakt in functie van dekansen die de markt biedt, om zo het financiële risico te beperken. Aardappelteelt is zeerduur op het vlak van input. De velden die worden gehuurd om aardappelen te planten zijn deduurste.

Dan zijn er nog de planten, de fytosanitaire producten en het materiaal die allemaal veel geld kosten. De producent die een goede prijs wil, moet investeren in een ‘full option’ opslaggebouw om zo zijn oogst tot juni het jaar erop te kunnen bewaren, en moet tot augustus wachten om betaald te worden. Hij moet dus van bij het begin over een groot werkkapitaal beschikken.

Het risico bestaat dus dat we minder oppervlakte zullen hebben voor het planten van onze aardappelen?

Op korte termijn is dat risico er inderdaad. Maar tegenstrijdig genoeg zitten we met een industrie die investeert en een alsmaar grotere vraag naar aardappelen heeft. En ook al gaan we richting andere soorten met betere rendementen, toch kunnen we die niet elk jaar gebruiken. Een ander probleem is dat de wetgeving veel strikter is: de rendementen zullen dus niet meer stijgen. We hebben goede praktijken, maar minder goede rendementen.

Zijn er nog andere pistes mogelijk voor de toekomst?

In de landbouw wordt er alsmaar meer gedigitaliseerd. Dat kan ons helpen om te weten welke grond zich in goede staat bevindt, welke elementen er aanwezig zijn in de grond. Er kunnen ook drones worden ingezet voor de behandeling van de planten, om zo selectiever te zijn bij behandeling of bemesting. Maar ook daaraan zijn natuurlijk kosten verbonden. Iedereen is er zich alsmaar meer van bewust dat er actie moet worden ondernomen met inzet van alle middelen ten gunste van de teelt en van de natuur. Voor onszelf, maar ook voor de generaties die na ons komen.

Abonneer u op onze nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws en onze projecten.

Email