Voor 4 personen :
Ontdooi de sint-jakobsschelpen indien bevroren. Spoel ze af en dep ze goed droog met keukenpapier. Verwijder indien nodig het kleine spiertje. Zet opzij.
Voor de saus : meng in een middelgrote pan het granaatappelsap, de honing, de koriander en de kaneel. Breng aan de kook op middelhoog tot hoog vuur. Meng in een klein kommetje het citroensap met de maïzena en voeg dit toe aan het kokende sapmengsel. Laat zachtjes doorkoken, zonder deksel, ongeveer 10 minuten tot het iets is ingedikt en een siroopachtige textuur heeft. Zet opzij.
Verhit ondertussen 1 theelepel olie in een extra grote antiaanbakpan op middelhoog tot hoog vuur en strijk de olie uit over de pan. Bestrooi de sint-jakobsschelpen met de suiker en 1/8 theelepel zwarte peper. Wanneer de pan goed heet is, voeg de sint-jakobsschelpen toe en bak ze 2 minuten zonder te roeren of om te draaien (ze moeten goed dichtgeschroeid zijn). Draai ze om en bak nog 1 tot 2 minuten, tot ze net gaar en ondoorzichtig zijn in het midden. Leg ze op een bord.
Veeg de pan schoon en voeg de resterende 2 theelepels olie toe. Voeg de spinazie in porties toe en roerbak 1 tot 2 minuten tot de blaadjes net beginnen te slinken. Breng op smaak met een snufje zout en de resterende 1/8 theelepel peper.
Bak de Ultra-Crunchy 14-14 frieten gedurende 5 minuten op 175°C.
Schik de sint-jakobsschelpen en de spinazie op vier borden. Lepel er wat van de saus over en bestrooi met granaatappelpitjes. Serveer met onze Ultra-Crunchy 14-14 frieten.
Ontvang ons laatste nieuws en onze projecten.